De geschiedenis van de Akita
De geschiedenis van de Akita De oorlog eindigde in 1945 en resulteerde in een groeiende belangstelling. Akita- verenigingen werden weer actief of werden opgericht. Dit leidde tot een groter wordende groep die het ras bekendheid bracht. Dit leidde weer tot het houden van hondententoonstellingen. Akita - Inu Hozonkai (AKIHO) werd opgericht in 1927 in Odate. Nihon ken Honzonkai (NIPPO) in 1928 in Tokio en Akita - Inu Kyokay (AKIKYO) en Akita-inu Hozon Kyokai werden beide opgericht tijdens WO-2. De Japanse Kennelclub (JKC) heeft de Akita in 1948 geregistreerd en in 1981 werd een club opgericht binnen de JKC om de Akita bekendheid te geven. Het grote probleem was het ontbreken van een officiële standaard. Alle organisaties hadden hun eigen standaard hoewel de verschillen minimaal waren. In Europa en Amerika nam het aantal honden schrikbarend toe. Er werden steeds meer tentoonstellingen gehouden. In Japan, het moederland van de Akita, zijn de tentoonstellingen minder in aantal. Er is wel een serieus probleem ontstaan, de Amerikaanse versie van de Akita verschilt duidelijk van de oorspronkelijke Japanse versie. In december 1996 had de JKC een speciale Akita show georganiseerd in Saitama prefectuur, welke gevolgd werd door het Eerste Wereld Congres voor Akita's in Tokio. Ruim 30 afgevaardigden uit de gehele wereld waren deze avond bijeen. Het hoofdthema van die avond was de discussie over de verschillen van de Akita. De JKC is lid geworden van de FCI (Internationale Kynologische Federatie) in 1963. De FCI is een internationale organisatie van de 67 aangesloten landen. Dit heeft er uiteindelijk toe geleid dat op 1 januari 2000 de rassenscheiding heeft plaats gevonden. De Amerikaanse Akita is een apart ras geworden, namelijk de Great Japanese Dog, en de oorspronkelijke Akita, bleef Akita. In 2006 werd de benaming Great Japanese Dog aangepast naar Amerikaanse Akita. De wortels van de Akita liggen in Odate stad en is gelegen in Akita prefectuur. In de 18de eeuw werden gedomesticeerde honden gebruikt voor hondengevechten. Na de Meiji periode in 1868 waren hondengevechten een publieke gebeurtenis en er waren een groot aantal honden in Odate. Er waren diverse namen voor deze honden, Odate-inu en Kazuno-inu, ook bekend als de Nambu-inu, ook wel bekend als Regio Hond. De honden die gebruikt werden voor de hondengevechten waren de Kuwae-inu en de Kuriya-inu. De honden die gebruikt werden voor de jacht stonden bekend als de Matage-inu. Deze honden leken veel op elkaar. Zij zijn de voorouders van de hedendaagse Akita. De 'Rouken (oude hond) Graf Legende' van de Kuzuhara communie is van generatie op generatie doorgegeven. Het verhaal van een trouwe hond. Matagi Satoroku, een resident van Kusaki in Nambu-han was een jager, gelicenceerd door Daizendayuu Nobunao, de heer van Nambu. Op een dag was Matagi aan het jagen, maar was zijn jachtlicentie en grenspapieren vergeten om door de andere streken te trekken. Hij werd gevangen genomen en vastgezet. Shiro, zijn jachthond, kon niet begrijpen wat er aan de hand was. Hij ging regelmatig naar zijn eigenaar als de bewaking even uit zicht was. Na lang en rustig communiceren begreep Shiro dat zijn baas in grote problemen was. Op een lege maag en zeer hongerig trok Shiro over de bergen en velden richting huis, alwaar de vrouw van zijn baas de jachtlicentie aan Shiro gaf. Nadat Shiro gegeten had, spoedde hij zich weer naar de gevangenis. Helaas was hij te laat, zijn baasje was al geëxecuteerd. Nog een verhaal van een trouwe hond. Het verhaal van Hachiko, de hond van een professor aan de universiteit van Tokio illustreert de trouw en de zelfstandigheid van de Akita. Iedere dag begeleidde Hachiko zijn baas naar het station en haalde hem daar in de middag weer op. Op een dag in 1925 kwam zijn baas 's middags niet opdagen. Hij was overleden aan een hartaanval. Hachiko bleef tot zijn dood naar het station toekomen om op zijn baas te wachten, 10 jaar lang. De mensen die op het station werkten en kinderen vonden dit zo ontroerend, dat ze hem te eten gaven en hem verzorgden. Na zijn dood werd voor het 'Shibyu' station in Tokio een standbeeld voor hem opgericht. Hachiko is het onderwerp van veel Japanse kinderboeken. De geschiedenis van de Akita is ongeveer 4.000 jaar geleden begonnen, afgaande van de vondst van een hondenskelet in het noorden van Japan, terwijl de eerste echte getuigenissen over het bestaan van de Akita dateren van ongeveer 300 jaar geleden, vanaf het begin van de Edo-periode (1616-1868). Japanse deskundigen zijn het er over eens dat de voorvaderen van deze hond chinees moet zijn. De Mataga-inu heeft in de 8 ste eeuw in het berggebied rond Odate bestaan. Hier was het ras zuiver gebleven. De Matagi-inu was een voortreffelijke jachthond op beren, wilde zwijnen en ander groot wild. Rond 1700 kreeg shogun Tsunayoshi belangstelling voor deze honden. Er werd snel een wet uitgevaardigd waarbij het verboden was een hond te verwonden of te doden en dat op straffe van gevangenisstraf of ter dood veroordeling. Vanaf die tijd werd de Akita geassocieerd met religieuze feesten. Sommige Akita's kregen hun eigen huis met bedienden. Er wordt zelfs verteld dat een shogun 530.000 m2 van zijn land aan zijn honden had geschonken. Deze Gouden Tijden eindigden met de Meiji-periode (1868-1912) en de opkomst van de hondengevechten die werden georganiseerd om de krijgslust van de samoerai te stimuleren. Voor deze hondengevechten werden de Tosa-inu, een afstammeling van de Kochi gebruikt. Maar deze honden die speciaal met dit doel waren gekruist met onder andere Bulldogs, Duitse Doggen, St. Bernardhonden en Mastiff's kregen al gauw de Akita tegenover zich in de vechtring. Deze rassen werden weer met elkaar gekruist. Sommige nakomelingen werden Shin Akita (nieuwe Akita) genoemd. Het klakkeloos kruisen van de rassen veroorzaakte een ware degeneratie van het ras. In 1910 werden de hondengevechten verboden maar het lot sloeg opnieuw toe in de vorm van een ingevoerde hondenbelasting waardoor duizenden honden werden afgeslacht en daar kwamen nog eens ontelbare slachtoffers van een andere ramp - hondsdolheid - bij. Pas tegen 1930 namen de Japanse autoriteiten maatregelen door de Akita op de lijst van Nationaal Erfgoed te zetten. Edelman Ichinoseki ging aan de slag om de Akita van weleer te doen herleven. Er ging onmiddellijk een uitvoerverbod van deze honden van kracht. Er werd zo selectief gefokt, dat binnen de kortste keren het oorspronkelijke type weer terug was, het type waar generaal Tsunayoshi langer dan 200 jaar geleden zo trots op was. Helaas werd alles in een keer teniet gedaan door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Ook de Akita moest er aan geloven vanwege zijn eetbare vlees en warme vacht. In 1946 bestonden er nog maar enkele exemplaren van het eens zo geliefde ras. En weer was Ichinoseki, die stiekem een paar mooie honden verborgen hield, er om direct na de oorlog het ras nieuw leven in te blazen. Tegelijkertijd kruiste een zekere Ito, Akita Inu teven met een Duitse herdershond en verkocht de resultaten daarvan heel duur aan Amerikaanse soldaten. Op die manier kwam de 'Akita Inu' in de Verenigde Staten terecht. Deze variant had zich snel verspreid en beide lijnen stonden naast elkaar in de showringen op de tentoonstellingen. Hieraan is op 1 januari 2000 door middel van de rassenscheiding een einde gekomen. De Akita is geen onbekende op hondenshows, maar de ingeschreven aantallen zijn zeker niet hoog. De hedendaagse Akita heeft een groot traject doorlopen, met veel ups en downs.
De Akita was de eerste van zeven rassen die behoren tot het Nationaal Erfgoed van Japan. Het is alweer 60 jaar geleden dat de Akita is uitgeroepen tot Nationaal Monument van Japan. Dit gebeurde in juli 1931. De Akita was alleen bekend bij de plaatselijke bevolking rond Odate in het Tohoku District. De naam Akita is toen ontstaan en het was toen een zuiver ras. Op 4 oktober 1932 schreef een journalist het ware verhaal van Hachiko in de Asahi Shinbun. De naam Akita kreeg bekendheid in het gehele land, zo ook het ras Akita. Het begin van WO-2 in 1939 resulteerde in een tijdelijke bescherming van de Akita.